Afgelopen dinsdag 21 september is de Rijksbegroting voor het jaar 2022 gepresenteerd. In deze nieuwsbrief geven wij een overzicht van de belangrijkste elementen voor zorg en het gemeentelijk sociaal domein.

Demissionair kabinet zet vooral huidig beleid voort
Door de demissionaire status van het kabinet wordt voornamelijk de reeds ingezette koers voortgezet. Alleen op terreinen waar het echt niet kan wachten worden gerichte investeringen gedaan. Uitdagingen voor de toekomst op het terrein van onder meer het gelijker behandelen van werkenden, een eenvoudiger toeslagenstelsel en toekomstbestendige zorg worden aan het volgende kabinet overgelaten. Na anderhalf jaar stopt per 1 oktober 2021 de generieke coronasteun, maar voor kwetsbare groepen blijft een aantal maatregelen van kracht die doorlopen in 2022. De verwachting is dat het aantal WW- en bijstandsuitkeringen de komende jaren oploopt als gevolg van de coronacrisis om vervolgens weer te gaan dalen.

Net als de afgelopen jaren vormen de uitgaven aan zorg en sociale zekerheid ruim de helft van de begroting. De belangrijkste wijzigingen en plannen op dit gebied zijn opgenomen in deze nieuwsbrief.

1. Zorg
Door VWS wordt voornamelijk ingezet op voortzetting van lopend beleid. Preventie van gezondheidsproblemen is al jaren een thema, maar door de coronacrisis groeit het belang van gezonder leven. Een focus op een betere gezondheid kan ook helpen om de stijging van de zorgkosten te beperken. De huidige verwachting is namelijk dat de netto zorguitgaven tussen 2021-2025 groeien van €76 miljard naar bijna €93 miljard. Dit maakt dat de toekomstbestendigheid van ons zorgstelsel een belangrijke taak is voor het volgende kabinet.

1.1 Zorgmaatregelen algemeen
Op het beleidsterrein van VWS zien we de volgende ontwikkelingen en maatregelen:

  • De gemiddelde nominale premie voor de basisverzekering komt volgens het kabinet in 2022 uit op €1.509 per jaar (€125,75 per maand), een stijging van €31 (€2,58 per maand). Door de positieve resultaten van zorgverzekeraars tijdens de coronacrisis verwacht VWS dat zij €0,9 miljard uit hun reserves inzetten om de premiestijging 2022 te dempen.
  • In verband met de betaalbaarheid van zorg voor lage inkomens is een wetsvoorstel in voorbereiding om in 2022 het verplicht eigen risico te bevriezen op €385 euro per jaar per volwassen verzekerde. Dit kan leiden tot een hogere premie.
  • De zorgtoeslag stijgt naar verwachting met €36 voor eenpersoonshuishoudens (naar €1.323) en met €40 voor meerpersoonshuishoudens (naar €2.527). De definitieve zorgtoeslag vind je in onze eindejaarsnieuwsbrief die in december verschijnt.
  • In 2022 blijft de maximale collectiviteitskorting op de basisverzekering 5%. Het kabinet is voornemens per 2023 deze collectiviteitskorting af te schaffen. Doordat zorgverzekeraars vaak een premieopslag hanteren voor te geven collectiviteitskorting verwacht VWS dat de premie voor de Gemeentepolis hierdoor niet zal stijgen (zie ook ons nieuwsitem).
  • Het pakket van de basisverzekering wordt per 2022 op een aantal punten gewijzigd:
    • Na een behandeling voor lymfeklierkanker met CAR-T-celtherapie is verblijf nodig in de nabijheid van het behandelend ziekenhuis. Dit verblijf wordt vergoed als de patiënt verder dan 60 minuten rijden van het ziekenhuis woont.
    • Elektriciteitskosten van een beademingsapparaat thuis worden voortaan rechtstreeks door de zorgverzekeraar vergoed.
    • De vergoeding van herstelzorg van corona (‘Long Covid’) wordt verlengd tot in ieder geval augustus 2022. De regeling breidt de standaard dekking in de basisverzekering uit met vergoedingen voor: fysiotherapie (max. 50 behandelingen), ergotherapie (max. 10 uur), extra dieetadvisering (max. 7 uur) en logopedie (zonder limiet).
  • Opvolging van een motie om anticonceptie vanaf 21 jaar in het basispakket op te nemen wordt aan het volgende kabinet overgelaten. Verder heeft Zorginstituut Nederland deze week geadviseerd om medicijnen tegen chronische migraine te vergoeden voor specifieke patiëntengroepen. Dit wordt in het algemeen door het kabinet overgenomen.
  • Per 2022 wordt het zorgprestatiemodel (ZPM) geïntroduceerd voor de bekostiging van de geneeskundige ggz en forensische zorg. Tot op heden kregen ggz-patiënten alleen eigen risico opgelegd in het startjaar van de behandeling, maar door de invoering van het ZPM wordt het eigen risico opgelegd voor ieder kalenderjaar waarin de behandeling plaatsvindt.
  • In het kader van de risicoverevening worden ook in 2022 diverse onderzoeken verricht, mede naar de ondercompensatie van ongezonde verzekerden en overcompensatie voor gezonde verzekerden. De risicoverevening is de afgelopen jaren verschillende keren aangepast om dit te verbeteren. Hierdoor wordt het financieel gezien aantrekkelijker voor zorgverzekeraars om chronisch zieken verzekerd te hebben.

1.2 Preventie en gezondheid
Het kabinet benadrukt het belang van een betere gezondheid via leefstijl en sport nu en in de toekomst. Het is een uitdaging om de omslag naar gezonder leven in alle groepen in gang te zetten. Een gezonde leefstijl en een gezonde omgeving leiden tot een betere gezondheid en helpen tegelijkertijd om het zorgstelsel te ontlasten. Dit komt tot uitdrukking in beleid en akkoorden:

  • Om de realisatie van de ambities uit het Nationaal Preventieakkoord te versnellen is besloten om voor de uitvoering van maatregelen uit lokale en regionale preventieakkoorden een bijdrage voor gemeenten beschikbaar te stellen. Hierdoor worden gemeenten gestimuleerd om met lokale partners afspraken te maken over preventie en gezonde leefstijl.
  • De Landelijke Nota Gezondheidsbeleid beschrijft de prioriteiten op het gebied van publieke gezondheid en is richtinggevend voor het lokale gezondheidsbeleid. In totaal is hiervoor in 2022 €23,8 miljoen beschikbaar, waaronder voor preventiecoalities (€2,2 miljoen) om de samenwerking te faciliteren tussen gemeenten en zorgverzekeraars.
  • Het programma Gezond In De Stad is verlengd tot en met 2022. Dit programma heeft als doel om gemeenten te bewegen lokale gezondheidsverschillen terug te dringen. Het beschikbare budget voor gemeenten in 2022 is €20 miljoen.

2. Sociale zekerheid
Op het gebied van SZW wordt ingezet op koopkrachtverbetering van sociale minima, eenverdieners en gezinnen (€226 miljoen). Per 2022 treedt naar verwachting het nieuwe inburgeringsstelsel in werking. In dit stelsel krijgen gemeenten de regie over de uitvoering van inburgering.

2.1 Toeslagen en inkomstenbelasting
Aangezien het inkomen van de laagste 20% inkomens gemiddeld voor ongeveer 20% uit toeslagen bestaat, dragen terugvorderingen fors bij aan schuldenproblematiek. Circa 200.000 burgers hebben te maken met een terugvordering van €1.000 of meer. Mede naar aanleiding van de toeslagenaffaire zijn scenario’s uitgewerkt om het toeslagenstelsel aan te passen zodat het meer zekerheid en voorspelbaarheid biedt. De besluitvorming hierover wordt aan een volgend kabinet overgelaten.

We zien de volgende ontwikkelingen en maatregelen rondom toeslagen en inkomstenbelasting:

  • Alle scenario’s voor het nieuwe toeslagenstelsel die worden overwogen bevatten een verhoging van het minimumloon en daarmee ook het daaraan gekoppelde sociaal minimum. Het gaat om de volgende drie voorgestelde scenario’s:
    1. Het verlagen van prijzen voor publieke voorzieningen om ze zo toegankelijk mogelijk te maken. In dit scenario hoeven toeslagontvangers niet (of minder) te betalen voor publieke voorzieningen en is dus geen (of minder) toeslag nodig. Denk aan gratis kinderopvang voor alle kinderen, het verlagen van de huren in de sociale huur of een lagere zorgpremie.
    2. Het introduceren van een inkomensonafhankelijke uitkeerbare heffingskorting die meeloopt in de loonheffing bij werkgevers en uitkeringsinstanties. In deze variant is de prijs van de publieke voorziening voor iedereen gelijk en bestaat minder onzekerheid over het recht op toeslag.
    3. Het introduceren van een inkomensonafhankelijke uitkering die alle heffingskortingen, aftrekposten en toeslagen vervangt, eventueel aangevuld met een kinderopvangvoorziening (dit is de meest vergaande variant).
  • Gezinnen waarvan één ouder langer dan drie maanden in detentie zit hebben per 2022 ook recht op kinderopvangtoeslag. Verder wordt de kinderopvangtoeslag verhoogd voor BSO.
  • De kinderbijslag wordt in 2022 en 2023 niet en in 2024 met 0,1%-punt minder geïndexeerd.
  • Gezinnen waarvan één van de partners geen verblijfsstatus heeft hebben nu geen recht op kindgebonden budget (KB). Voornemen is dat zij dit recht vanaf 2022 wel hebben. Verder wordt het KB voor gezinnen met twee of meer kinderen vanaf het tweede kind verhoogd met €70 per jaar, tot €1.106 voor het tweede kind en €1.001 euro per kind vanaf het derde kind.
  • Iemand met een verblijfstitel die een kind krijgt en niet meteen een verblijfstitel aanvraagt kan het recht op huurtoeslag verliezen. Dit wordt gerepareerd door de leeftijdsgrens waarop de verblijfsstatus belangrijk is voor het recht op huurtoeslag te verhogen naar 18 jaar.
  • De grens voor terugvorderingen van toeslagen wordt vanaf berekeningsjaar 2021 verhoogd van €48 naar €98. Dit leidt tot 380.000 minder relatief kleine terugvorderingen.
  • Het tarief van aftrekposten binnen de inkomstenbelasting zoals specifieke zorgkosten wordt verlaagd van 43% in 2021 naar 40% in 2022. Dit heeft voornamelijk een effect voor chronisch zieken met een hoger inkomen die zorgkosten aftrekken.

2.2 Armoede en schulden
Naar aanleiding van de coronacrisis wordt ook in 2022 ingezet op versnelling en intensivering van de armoede- en schuldenaanpak, om kwetsbare groepen te helpen die door de coronacrisis financieel (harder) geraakt worden om (een stapeling van) problemen te voorkomen.

  • Preventie van geldzorgen is door de coronacrisis urgenter geworden en krijgt daarom meer aandacht. Om kwetsbare groepen vroegtijdig in beeld te krijgen voor ondersteuning wordt in 2022 ingezet op het vergroten van kennis en vaardigheden over geldzorgen bij professionals en vrijwilligers in het brede sociaal domein.
  • Voor een Waarborgfonds saneringskredieten wordt de komende jaren €30 miljoen gereserveerd. Met een saneringskrediet hebben mensen met schulden alleen de kredietbank als schuldeiser, waardoor zij minder stress ervaren. Het fonds staat garant voor het risico dat gemeenten en kredietbanken lopen als saneringskredieten niet worden terugbetaald.
  • De komende jaren wordt verder ingezet op het verminderen van kinderarmoede om het aantal kinderen in armoede te doen afnemen van 9,2% in 2015 naar 4,6% in 2030.
  • Bij gedwongen opname in een ggz-instelling behouden mensen door een wijziging van de Participatiewet hun uitkering (instellingstarief), net als bij vrijwillige opname al het geval was.
  • De Brede Schuldenaanpak wordt voortgezet en op punten verder uitgewerkt, waaronder de aansluiting van MSNP/WSNP op de rijksincasso(visie).

Zodra sprake is van een regeerakkoord informeren wij daar uiteraard nader over.

PS Volg je ons al op LinkedIn? Ook daar posten we regelmatig relevante informatie.

Houd mij op de hoogte van nieuwe artikelen

Meld je direct aan.


Vragen over een nieuwsitem?