Afgelopen dinsdag 19 september is de Rijksbegroting voor het jaar 2024 gepresenteerd. In deze nieuwsbrief geven wij een overzicht van de belangrijkste onderdelen met betrekking tot de zorg en het gemeentelijk sociaal domein.

Demissionair kabinet investeert in koopkrachtbehoud

Net als op Prinsjesdag twee jaar geleden is momenteel sprake van een demissionair kabinet. Desondanks wordt geïnvesteerd in het verbeteren van de koopkracht van financieel kwetsbare groepen. Op aangeven van de Commissie Sociaal Minimum is hierbij bijzondere aandacht voor kinderarmoede. Zonder het koopkrachtpakket van €2 miljard structureel voor armoedebestrijding zou de koopkracht van uitkeringsgerechtigden dalen en de (kinder)armoede stijgen. Door het pakket stijgt het aantal mensen in armoede naar verwachting niet en daalt het aantal kinderen in armoede. De gemiddelde Nederlander gaat er 1,7% op vooruit in koopkracht. Financiering van het pakket vindt voor het grootste gedeelte plaats uit herverdeling, maar ook uit verhoging van de accijns op alcohol, rooktabak en sigaretten. Verder is de Miljoenennota dit jaar volgens verwachting relatief beleidsarm van opzet en wordt voornamelijk bestaand beleid voortgezet.

Net als de afgelopen jaren vormen de uitgaven aan zorg en sociale zekerheid ruim de helft van de Rijksbegroting. De belangrijkste wijzigingen en plannen op dit gebied zijn opgenomen in deze nieuwsbrief en gegroepeerd op basis van onze vier thema’s op Gezondverzekerd.nl.

In de zorg is de opgave om Nederland gezonder te maken en de zorgvraag in de toekomst beter op te vangen. Vanuit VWS wordt daarom samen met gemeenten en veldpartijen ingezet op verschuiving naar passende zorg in de gehele zorgsector die wordt geleverd op de juiste plek. Hierbij is oog voor verschillen per regio. Daarom is bij deze transitie een nadrukkelijke rol voor gemeenten weggelegd binnen o.a. het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA).

Zorgmaatregelen algemeen

Op het beleidsterrein van VWS zien we verder de volgende ontwikkelingen en maatregelen:

  • De gemiddelde nominale premie voor de basisverzekering in 2024 is door het kabinet geraamd op €1.792 per jaar (€149,33 per maand), een stijging van €142 per jaar (€11,83 per maand). Binnen deze raming van VWS is rekening gehouden met een inzet van €200 miljoen uit de eigen reserves van zorgverzekeraars om de premiestijging te dempen.
  • Het pakket van de basisverzekering wordt per 2024 op een beperkt aantal punten gewijzigd:
    • Toevoeging van aanspraak op fysio- en oefentherapie als onderdeel van een valpreventieve beweeginterventie.
    • De aanspraak op kraamzorg wordt geflexibiliseerd. Nu is kraamzorg mogelijk tot en met de 10e dag na de bevalling, maar deze periode wordt verlengd naar 6 weken.
    • De huidige aanspraak op paramedische herstelzorg na Covid-19 (‘long Covid’) wordt verlengd tot 1 januari 2025.
  • Het verplicht eigen risico blijft tot en met 2025 bevroren op €385. Verder loopt een operatie om het eigen risico slimmer en betaalbaarder te maken (zie ook ons nieuwsitem).
  • De eigen bijdrage geneesmiddelen basispakket blijft in 2024 maximaal €250 per persoon.
  • In 2024 ligt de focus van het WOZO-programma (Wonen Ondersteuning en Zorg voor Ouderen) onder andere op meer ruimte voor informele zorgverleners (mantelzorgers).
  • Een van de actielijnen bij de vervolgaanpak binnen het programma Eén tegen eenzaamheid is een lokale aanpak tegen eenzaamheid in alle gemeenten. Gemeenten kunnen advies en een financiële bijdrage ontvangen voor hun aanpak van eenzaamheid in de vorm van een Brede Specifieke Uitkering (SPUK).
  • Het abonnementstarief Wmo wordt met ingang van 1 januari 2026 afgeschaft onder (her)invoering van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage Wmo. Deze gaat niet alleen gelden voor de huishoudelijke hulp, maar voor alle Wmo-voorzieningen waarop nu het abonnementstarief van toepassing is (zie ook ons nieuwsitem).
  • De aanpak Onbeperkt Meedoen ter ondersteuning van personen met een handicap ziet voor 2024 o.a. op het vergroten en verbeteren van de lokale inclusieagenda’s van gemeenten, het vergroten van het aantal toegankelijke winkelroutes en het verbeteren van de digitale toegankelijkheid van producten en voorzieningen in lijn met de EU-toegankelijkheidsrichtlijn.
  • Ten aanzien van beschermd wonen wordt ingezet op een transitie van beschermd wonen naar een beschermd thuis. De streefdatum voor invoering van het wetsvoorstel is een jaar verlegd naar 1 januari 2025. In 2024 wordt het samen met o.a. gemeenten voorbereid.
  • Om de positie van patiënten en cliënten te versterken wordt de subsidie voor patiënten- en gehandicaptenorganisaties in 2024-2028 verruimd met structureel €13,5 miljoen extra. Daarnaast is €11,5 miljoen extra beschikbaar op het gebied van de patiëntenbeweging voor o.a. de versterking van de regionale burger- en patiëntenparticipatie en een intensivering van de aanpak voor (beperkte) gezondheidsvaardigheden.
  • Het Investeringsakkoord Opleiden Wijkverpleging (IOW) leidt o.a. tot het inrichten van een regionaal opleidingsaanbod voor opleiding en scholing in de wijkverpleging (€150 miljoen voor de periode 2023 t/m 2026).
  • Om de jeugdzorg fors te verbeteren liggen met de Hervormingsagenda Jeugd en het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming belangrijke plannen klaar. Om de werkdruk in de jeugdbescherming te verlagen komt extra geld beschikbaar.
  • Binnen de risicoverevening vinden de volgende maatregelen plaats:
    • Invoering van constrained regression (CR) en compensatie voor hoge kosten van extreem dure behandelingen. Met CR wordt een grote stap gezet in het reduceren van de over- en ondercompensatie voor gezonde en chronisch zieke verzekerden, zoals ook in het IZA is afgesproken. Toepassing van CR houdt de toevoeging in van één of meer voorwaarden (constraints) bij de bepaling van de normbedragen. Door CR worden zorgpolissen met een relatief gezonde populatie (dus in den brede) gemiddeld genomen niet langer overgecompenseerd en polissen met een relatief ongezonde populatie niet langer ondergecompenseerd.
    • Daarnaast worden o.a. hulpmiddelenkostengroepen geactualiseerd, de indicator voor bevalling en zwangerschap verfijnd en de Extreem Hoge Kostenclusters (EHK) geactualiseerd.
    • Het onderzoeksprogramma binnen de risicoverevening richt zich onder andere op het nog verder verminderen van de over- en ondercompensaties voor gezonde verzekerden en chronisch zieken en op het verkennen van de mogelijkheden voor het gebruik van meer aandoeningsgerichte informatie in de risicoverevening om de prikkels in de risicoverevening tot het leveren van passende zorg nog verder te verbeteren.

Preventie en gezondheid

Voorkomen is beter dan genezen. Daarom zet het kabinet met de akkoorden IZA en GALA samen met gemeenten en andere partijen in op onder meer het voorkomen van zorg. In dit verband zien we de volgende ontwikkelingen en maatregelen:

  • De Gecombineerde Leefstijl Interventie (GLI) voor kinderen inclusief de inzet van een centrale zorgverlener maakt volgens het Zorginstituut onderdeel uit van het basispakket. Dit is goed nieuws in het licht van de financiering van de in IZA en GALA afgesproken ketenaanpak over domeinen heen voor kinderen met overgewicht en obesitas.
  • Binnen het Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis staat 2024 in het teken van de uitvoering van de regionale plannen. Binnen dit plan staat de transformatie van opvang naar preventie van dakloosheid en Wonen Eerst centraal. Gemeenten kunnen in 2024 aan de slag met de eerste resultaten uit het monitoringsdashboard dat in 2023 door de VNG wordt opgezet.

Op het gebied van energie worden in 2024 verschillende maatregelen stopgezet op het gebied van de financiële ondersteuning van inwoners, zoals de energietoeslag, de verlaging van de energiebelasting en het prijsplafond. Wel worden bepaalde bestaande maatregelen voortgezet, zoals het Nationaal Isolatieprogramma. Verder zien we de volgende maatregelen:

  • Het Tijdelijk Noodfonds Energie wordt komende winter heropend om problematische energieschulden tegen te gaan. Huishoudens met een hoge energierekening en een laag (midden)inkomen kunnen hier terecht. Hiermee is in eerste instantie een budget van maximaal €60 miljoen gemoeid (waarvan 1/3 vanuit energieleveranciers), maar dit kan nog groeien met maximaal €20 miljoen zodra derden extra middelen beschikbaar stellen (eveneens op basis van 2/3 – 1/3).
  • Ten tijde van verzending van deze nieuwsbrief was nog niet gestemd over het wetsvoorstel Energietoeslag 2023, maar de verwachting is dat het zeer binnenkort wordt aangenomen. Zoals het nu lijkt volgt in 2024 geen nieuwe energietoeslag, wel hebben gemeenten in 2024 nog de tijd om de energietoeslag 2023 uit te keren.

De volgende maatregelen worden genomen rondom toeslagen, inkomstenbelasting en subsidies:

  • De koopkrachtmaatregel waarmee de zorgtoeslag in 2023 is verhoogd was eenmalig. De zorgtoeslag wordt daarom in 2024 weer op de gebruikelijke manier vastgesteld. Het bedrag dat verzekerden gemiddeld kwijt zijn aan premie basisverzekering en verplicht eigen risico (standaardpremie) is voor 2024 geraamd op €2.027 (2023: €1.889). Dit betekent dat de verwachte maximale zorgtoeslag voor alleenstaanden in 2024 €1.523 bedraagt (2023: €1.858) en voor paren €2.913 (2023: €3.180). Oftewel dalingen van respectievelijk €325 en €265 per jaar en €27,08 en €22,08 per maand.
  • De eigen bijdrage in de huurtoeslag wordt verlaagd met (maximaal) €416,04 per jaar. Hierdoor ontvangen alle huurtoeslagontvangers een hogere huurtoeslag.
  • Het kinderopvangstelsel wordt verder verbeterd, onder meer om terugvorderingen zoveel mogelijk te voorkomen. Verder wordt de aanspraak op zwangerschapsverlof aangepast om verlies van recht op kinderopvangtoeslag rondom de bevalling te voorkomen. De uurprijs voor de gastouderopvang wordt met €0,21 extra geïndexeerd per 2025. Ter dekking hiervan worden in 2024 de maximum uurprijzen met €0,02 minder geïndexeerd. Door een reguliere indexering van 6,01% komen de maximum uurprijzen hierdoor in 2024 uit op €9,65 (dagopvang), €8,30 (buitenschoolse opvang) en €7,24 (gastouderopvang). Ook wordt een verbetermaatregel doorgevoerd ten aanzien van het toeslagpartnerschap voor samengestelde gezinnen.
  • Een structurele verhoging van het kindgebonden budget per 2024 is onderdeel van het pakket aan koopkrachtmaatregelen. Hierdoor ontvangen huishoudens met kinderen die recht hebben op kindgebonden budget komend jaar max. €750 extra voor het eerste kind en max. €883 extra voor elk kind vanaf het tweede kind. Hiermee worden de maximale kindbedragen vanaf 2024 gelijkgetrokken. Huishoudens met kinderen ouder dan 12 jaar ontvangen daarnaast vanaf 2024 max. €400 extra per kind. Hier staat tegenover dat de extra toeslag voor ouders zonder toeslagpartner en de inkomensdrempel voor ouderparen met €619 respectievelijk €11.111 worden verlaagd.
  • Scholingssubsidie Stimulans Arbeidsmarktpositie (STAP) wordt vanaf 2024 afgeschaft.
  • Andere maatregelen zijn een structurele verhoging van de arbeidskorting op het tweede knikpunt met €115 tot circa €5.200 en een verlaging van de zelfstandigenaftrek met €1.280 tot €3.750 (deze laatste heeft een negatief inkomenseffect).

Ter bestrijding van armoede en schulden worden verder de volgende maatregelen getroffen:

  • Binnen de Aanpak geldzorgen, armoede en schulden is onder meer het doel het aantal kinderen in armoede per 2025 en armoede en problematische schulden in het algemeen in 2030 te halveren ten opzichte van 2015. In dit verband neemt het kabinet de volgende maatregelen:
    • De huurtoeslag wordt structureel verhoogd met maximaal €416 in 2024 (zie ook paragraaf 3).
    • Bevriezen afbouw dubbele algemene heffingskorting in 2024 in de bijstand, Anw, Toeslagenwet en AIO om te zorgen dat de uitkeringen op dezelfde hoogte blijven.
    • Structurele verhoging kindgebonden budget per 2024. Deze verhoging is sterker voor grote gezinnen en gezinnen met oudere kinderen (zie ook paragraaf 3).
    • Voortzetten van het aanbieden van schoolmaaltijden in kwetsbare wijken in 2024 (€52,5 miljoen vanuit SZW, OCW en VWS).
    • Om niet-gebruik van regelingen terug te dringen onderzoekt SZW samen met BZK de haalbaarheid van het helpen van burgers met één digitaal loket voor inzicht in voorzieningen waar hij of zij recht op heeft.
    • Voor mensen die (nood)hulp nodig hebben ondersteunt het kabinet het Rode Kruis bij het verlenen van voedselhulp en ontvangt het Armoedefonds subsidie om het aantal uitgiftepunten voor menstruatieproducten te vergroten.
    • Voor extra inzet op vroegsignalering en bijzondere bijstand wordt ook in 2024 in totaal €50 miljoen via het gemeentefonds beschikbaar gesteld zodat gemeenten hierop extra kunnen inzetten.
    • Om te voorkomen dat geldzorgen ontstaan en eventueel uitgroeien tot schuldenproblematiek of langdurige armoede wordt de inzet op financiële educatie in het basis-, voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs voortgezet en wordt ingezet op het eerder bereiken en in beeld krijgen van mensen met (dreigende) geldzorgen.
  • Per 1 januari 2024 wordt de huidige verplichting rondom het wettelijk minimumloon (WML) om een minimum maandloon te betalen vervangen door een minimum uur In de huidige situatie op maandbasis kan door 36-, 38 of 40-urige werkweken het uurloon verschillen. Dit wordt verholpen door uit te gaan van een minimum uurloon.
  • Het wetsvoorstel Participatiewet in Balans voorziet o.a. in een wettelijke mogelijkheid om bij besluit situaties aan te wijzen waarin categoriale bijzondere bijstand verleend kan worden. Voor bijvoorbeeld de energietoeslag was een wetswijziging nodig, maar door een dergelijke basis kan de regering sneller inspelen op omstandigheden.
  • Compensatie van alleenverdienende huishoudens die door een complexe samenloop van omstandigheden een lager besteedbaar inkomen hebben dan een paar in de bijstand. Dit wordt door capaciteitsissues bij de Belastingdienst pas per 2028 opgelost door een gerichte herinvoering van de uitbetaling van de algemene heffingskorting voor deze groep (circa 10.000 huishoudens). Mogelijk krijgen gemeenten een rol om in de tussenliggende periode 2024-2027 te voorzien in een compensatie in de vorm van een forfaitaire tegemoetkoming met toepassing van eindheffing.
  • Om scholen en gemeenten te helpen jongeren met een achterstand op de arbeidsmarkt te begeleiden bij de transitie van school naar werk en het behouden van werk bij (dreigende) werkloosheid komt bijna €70 miljoen structureel beschikbaar. Hierdoor kunnen gemeenten jongeren ook al tijdens de schooltijd begeleiden. Beoogde inwerkingtreding van de wet is 2025, maar ook in 2024 is financiering beschikbaar om lopende maatregelen voort te zetten.
  • Bij de financiële uitdagingen die gemeenten ervaren rondom sociaal ontwikkelbedrijven worden zij in 2024 tegemoetgekomen in aanloop naar een toekomstbestendige oplossing. Hiervoor heeft SZW €63,9 miljoen beschikbaar.
  • In beschut werk wordt in 2024 €23,1 miljoen extra geïnvesteerd, oplopend naar €64,7 miljoen in de structurele situatie vanaf 2025. Hierdoor ontvangen gemeenten structureel een aanvullend bedrag van €2.157 per beschutte werkplek. Dit moet op korte termijn mede leiden tot realisatie van meer beschutte werkplekken.

Zodra sprake is van een regeerakkoord informeren wij daar uiteraard nader over. Daarnaast delen wij regelmatig nieuwsitems over een specifiek relevant onderwerp op LinkedIn. Als je niets wilt missen, volg ons dan!

Bij vragen of opmerkingen over dit nieuwsitem kun je contact opnemen met je regiomanager.

Houd mij op de hoogte van nieuwe artikelen

Meld je direct aan.


Vragen over een nieuwsitem?