BS&F Nieuwsbrief
December 2019 – 17e jaargang – nummer 2
Recente ontwikkelingen rond de zorgverzekering
Zoals u gewend bent staat in onze eindejaarsnieuwsbrief informatie over de Gemeentepolis voor het komende jaar. We gaan daarnaast in op algemene ontwikkelingen zoals het verzekerde pakket van basis- en aanvullende verzekeringen, het eigen risico, de zorgtoeslag en de wanbetalersregeling.
Het team van BS&F wenst u een fijne kerst en een gezond en voorspoedig 2020 toe!
1. Marktontwikkelingen Gemeentepolis
1.1 Algemeen
Ook in 2019 is de Gemeentepolis regelmatig in het nieuws geweest. Zo heeft het CPB onderzoek gedaan naar de effectiviteit van de Gemeentepolis (zie ook ons nieuwsitem hierover) en heeft de NOS aandacht besteed aan een onderzoek van Zorgkiezer dat stelt dat deelnemers aan de Gemeentepolis in 2020 fors meer zouden gaan betalen. De stijging van de kosten van de Gemeentepolis is echter jaren lang niet zo laag geweest als dit jaar, gemiddeld slechts € 0,20 per maand. Dit komt doordat veel gemeenten hun maandelijkse bijdrage hebben verhoogd. In de figuur hieronder is de ontwikkeling in de gemeentelijke premiebijdrage voor 2020 weergegeven.
Figuur 1. De ontwikkeling van de premiebijdrage in de Gemeentepolis per gemeente (bron: BS&F)
Een andere belangrijke reden is dat zorgverzekeraars van het Rijk in 2020 niet meer dan 5% korting mogen geven op de basisverzekering, dit was 10%. Dit heeft een neerwaarts effect gehad op de premies 2020, zorgverzekeraars geven immers minder korting op de basisverzekering bij circa 65% van hun verzekerden. Tenslotte hebben het televisieprogramma Kassa en Binnenlands Bestuur aandacht besteed aan het feit dat 7 gemeenten in 2020 niet langer een Gemeentepolis aanbieden. Onderstaande figuur geeft aan welke gemeenten in 2020 een Gemeentepolis aanbieden.
Figuur 2. Gemeenten met een Gemeentepolis in 2020 (bron: BS&F)
Tenslotte is diverse malen aandacht besteed aan het feit dat de verevening van deelnemers aan de Gemeentepolis niet altijd goed genoeg werkt. In deze nieuwsbrief wordt op een aantal van deze ontwikkelingen nader ingegaan.
1.2 Premies en kortingen Gemeentepolis 2020
Ook komend jaar maken wij een uitgebreide analyse van de marktpositie van zorgverzekeraars die een Gemeentepolis aanbieden. Daarin vergelijken en beoordelen we de verschillende aanbiedingen op premie en korting, maar ook op onder meer dekking en deelnamegraad. De verwachting is dat deze marktanalyse eind februari 2020 voor onze klanten beschikbaar is.
In de onderstaande tabel vindt u de premies en kortingen voor 2020, gebaseerd op een Gemeentepolis bestaande uit een basisverzekering (meestal een naturapolis) en een aanvullende verzekering.
Verzekeraar | Bruto premie Basisverzekering | Korting Basisverzekering | Netto premie Basisverzekering | Korting Aanvullende verzekering |
CZ [1] | € 120,95 | 0% | € 120,95 | 7% |
De Friesland | € 125,45 | 2% | € 122,94 | 7% |
DSW | € 118,00 | n.v.t. | € 118,00 | n.v.t. |
Menzis [2] | € 123,00 | 5% | € 116,85 | 9% |
Salland | € 113,90 | n.v.t. | € 113,90 | 8% |
Univé | € 119,95 | 3% | € 116,35 | n.v.t. |
VGZ | € 119,95 | 3% | € 116,35 | n.v.t. |
Zilveren Kruis [3] | € 125,45 | 2% | € 122,94 | n.v.t. |
Zorg en Zekerheid [4] | € 120,20 | 5% | € 114,19 | 10% |
Tabel 1. Premies en kortingen Gemeentepolis in 2020.
1.3 Gezondverzekerd.nl
Bij een keuze voor een Gemeentepolis is Gezondverzekerd.nl een belangrijk hulpmiddel: alle relevante informatie is overzichtelijk en gebruiksvriendelijk te bekijken op de website. Eind 2019 is het voor circa 310 gemeenten mogelijk direct online een aanvraag te doen. Gezondverzekerd.nl wordt jaarlijks ruim 2 miljoen keer bezocht. Daarom hebben wij ook dit jaar hard gewerkt aan verbeteringen op het gebied van gebruiksvriendelijkheid, beveiliging en privacy. Voor volgend jaar komen weer verschillende nieuwe functionaliteiten beschikbaar die ervoor zorgen dat diverse administratieve processen rondom de Gemeentepolis verder geautomatiseerd worden.
2. Marktontwikkelingen basisverzekering 2020
2.1 Algemeen
Tot en met 2019 mochten zorgverzekeraars maximaal 10 procent collectiviteitskorting geven op de basisverzekering. Met ingang van 2020 gaat dit maximum omlaag naar 5 procent. Achtergrond voor deze wetswijziging is dat veel collectiviteiten nauwelijks (zorg)inhoudelijke meerwaarde bieden. Over de relatie tussen (zorg)inhoudelijke afspraken als rechtvaardiging voor korting op collectiviteiten in het algemeen en de Gemeentepolis in het bijzonder hebben wij dit nieuwsitem geschreven. Onder meer noemen we de drie oorspronkelijke rechtvaardigingen voor korting en dat de Gemeentepolis hierbinnen al jaren een voorbeeldfunctie vervult. In 2020 inventariseert VWS in hoeverre afdoende legitimatie voor korting aanwezig is en of nadere maatregelen nodig zijn.
Het aantal basisverzekeringen daalt in 2020 met drie. Verder valt op dat zorgverzekeraars hun restitutiepolis schrappen of de premie (fors) meer verhogen dan die van naturapolissen.
Verder valt op dat de gemiddelde premiestijging van de basisverzekering 2020 minder dan de helft is van de stijging vorig jaar. Dit komt door een wisselwerking tussen onder meer de verlaging van de maximale korting van 10 naar 5 procent, de stijging van de kosten van de zorg en de inzet van reserves. Zorgverzekeraars hadden in 2019 €9,1 miljard aan reserves en hiervan moeten zij €6,3 miljard verplicht aanhouden. De afgelopen jaren hebben zorgverzekeraars hiervan steeds een deel ingezet om de premieontwikkeling te beperken. Als verzekeraars ervoor zouden kiezen om de niet-verplichte €2,8 miljard ineens te gebruiken zou dit betekenen dat de basispremie gemiddeld ongeveer €6,25 per maand lager zou zijn. Verzekeraars zetten in plaats daarvan in op een stabiele premieontwikkeling en kiezen voor een geleidelijke inzet van deze reserves.
2.2 Nominale premie stijgt, maar minder hard dan vorig jaar
Het ministerie van VWS gaf op Prinsjesdag de verwachting af dat de premie voor de basisverzekering zonder korting gemiddeld €3,08 per maand (€37 per jaar) zou stijgen in 2020. VWS baseerde deze verwachting op een aantal factoren waaronder de genoemde stijgende zorguitgaven, lagere collectiviteitskortingen en inzet van reserves. VWS verwacht dat in 2020 €450 miljoen aan reserves wordt ingezet. Sinds 2014 hebben zorgverzekeraars circa €6 miljard aan reserves ingezet om de premieontwikkeling te dempen.
Inmiddels is duidelijk dat de basispremie 2020 met gemiddeld €2,50 is gestegen (vorig jaar met €6,09). Hierbij is een gewogen gemiddelde van verleende collectiviteitskorting meegerekend.
Nominale premie (per maand) | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
Laagste nominale premie [5] | € 82,50 | € 89,95 | € 92,00 | € 93,85 | € 98,50 | € 101,95 |
Gemiddelde nominale premie [6] | € 97,50 | € 102,33 | € 107,50 | € 109,33 | € 115,42 | € 117,92 |
Hoogste nominale premie [7] | € 116,11 | € 112,95 | € 119,50 | € 125,50 | € 134,00 | € 142,95 |
Tabel 2. Laagste, gemiddelde en hoogste basispremie vanaf 2015.
Bijlage 1 bevat een uitgebreid overzicht van de basispremies van alle zorgverzekeraars.
2.3 Pakket basisverzekering 2020
Het pakket van de basisverzekering wordt voor 2020 op de volgende punten aangepast:
- Ziekenvervoer voor geriatrische revalidatiezorg wordt toegevoegd aan het pakket.
- Als een geregistreerd geneesmiddel niet in het pakket zit omdat het te duur is kan de apotheekbereiding van dat middel wél worden vergoed, mits dat wel kan tegen een acceptabele prijs.
- Zorg van de arts verstandelijk gehandicapten en de specialist ouderengeneeskunde komt in het pakket. Het gaat om een overheveling vanuit de Wlz die al enige tijd vanuit een subsidieregeling werd bekostigd.
- Voor stoppen-met-rokenprogramma’s geldt voortaan geen eigen risico.
- Opname van een logeervergoeding van €75 per nacht. Deze is bedoeld voor mensen die niet worden opgenomen maar wel meerdere dagen achter elkaar voor behandeling naar het ziekenhuis moeten. Normaal gesproken was het vervoer van deze mensen voor vergoeding in aanmerking gekomen.
- Opname van de specialist ouderengeneeskunde en de arts verstandelijk gehandicapten. Voor deze zorg is een verwijzing van de huisarts nodig.
Het basispakket wordt doorlopend aangepast met nieuwe behandelingen en medicijnen die voldoen aan ‘de stand van wetenschap en praktijk’ en daarom automatisch binnen de dekking vallen. Dit betekent bijvoorbeeld dat sommige patiënten met Multiple Sclerose in 2020 recht hebben op vergoeding van het medicijn Fampyra ter verbetering van het loopvermogen. Tot slot wordt de subsidieregeling voor de Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) verlengd.
Als bijlage 2 bij deze nieuwsbrief hebben we dit jaar een overzicht opgenomen van alle uitbreidingen en beperkingen van het basispakket tot en met 2019.
2.4 Verplicht eigen risico blijft gelijk
Opnieuw wordt het verplicht eigen risico niet verhoogd. Al sinds 2016 is het stabiel op €385. De coalitiepartijen zijn overeengekomen dat het eigen risico de gehele kabinetsperiode wordt bevroren. Dat betekent dat tot en met 2021 het verplicht eigen risico op €385 blijft gehandhaafd. Vanaf 2022 gaat het eigen risico weer met de stijgende zorgkosten meebewegen. Het ministerie van VWS verwacht dat verzekerden in 2020 gemiddeld €227 van het verplicht eigen risico moeten betalen. Minima worden deels gecompenseerd voor het verplicht eigen risico binnen de maximale zorgtoeslag doordat dit bedrag hierin is opgenomen.
Het verplicht eigen risico geldt voor verzekerden van 18 jaar en ouder. Bepaalde zorg valt niet onder het eigen risico: verloskundige zorg en kraamzorg, wijkverpleging, huisartsenzorg (waaronder de GLI). [8] multidisciplinaire zorgverlening chronisch zieken (ketenzorg), nacontrole orgaandonoren, nationale bevolkingsonderzoeken (bijvoorbeeld naar borstkanker) en de griepprik. Ook zorg aan verzekerden jonger dan 18 jaar en zorg uit de aanvullende verzekering vallen niet onder het eigen risico.
Iets meer dan de helft van de Nederlanders verbruikt het verplicht eigen risico van €385 volledig. Onder huishoudens met een eigen bijdrage Wmo en/of Wlz is dit zelfs circa 77%. Binnen de Gemeentepolis is het mogelijk om hiervoor een regeling te treffen, waaronder in veel gevallen een verzekering van het verplicht eigen risico. Steeds meer deelnemers kiezen hiervoor: in februari 2019 hadden 239.000 personen het verplicht eigen risico verzekerd binnen de Gemeentepolis.[9] Dit is een toename van circa 12.000 ten opzichte van een jaar eerder. Het verzekeren van het verplicht eigen risico verkleint het risico op schulden en zorgmijding.
2.5 Ingrepen risicoverevening: Gemeentepolis steeds minder verliesgevend
Een aantal zorgverzekeraars geeft aan dat de Gemeentepolis verlieslatend is omdat de risicoverevening voor deelnemers aan de Gemeentepolis niet goed genoeg werkt. Dit heeft de aandacht van de politiek. Zo is recent door de Tweede Kamer een motie aangenomen om de risicoverevening voor deelnemers aan de Gemeentepolis te verbeteren. Ook wordt in 2020 onderzoek uitgevoerd naar de compensatie van chronisch zieken binnen de risicoverevening met als doel deze nog verder te verbeteren. De afgelopen jaren is de risicoverevening al verschillende malen aangepast ten gunste van chronisch zieken. Zie voor meer informatie hierover het BS&F nieuwsitem.
2.6 Zorgtoeslag 2020
Door de zorgtoeslag is niemand meer dan een bepaald deel van zijn inkomen kwijt aan premie en verplicht eigen risico voor de basisverzekering. Voor de zorgtoeslag geldt een vermogenstoets: wanneer iemand meer vermogen heeft dan deze grens bestaat geen recht op zorgtoeslag. De verhoging van de zorgtoeslag voor 2020 betreft deels een koopkrachtmaatregel van gemiddeld €41 per huishouden per jaar. Ongeveer 4,3 miljoen huishoudens hebben recht op zorgtoeslag.
De maximale zorgtoeslag bedraagt in 2020 €104 per maand voor alleenstaanden en €199 voor huishoudens met toeslagpartner. Onderstaande tabel geeft een uitgebreid overzicht van de zorgtoeslag over de jaren. Tussen het drempelinkomen en het maximale inkomen loopt het bedrag dat aan zorgtoeslag wordt ontvangen af van het maximale bedrag tot nihil.
Kernbegrippen zorgtoeslag | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
Drempelinkomen | € 19.510 | € 19.774 | € 20.190 | € 20.536 | € 20.953 | € 21.448 |
Max. inkomen alleenstaande | € 26.316 | € 27.012 | € 27.857 | € 28.720 | € 29.562 | € 30.481 |
Max. inkomen met partner | € 32.655 | € 33.765 | € 35.116 | € 35.996 | € 37.885 | € 38.945 |
Max. zorgtoeslag alleenstaande | € 936 | € 996 | € 1.056 | € 1.128 | € 1.188 | € 1.248 |
Max. zorgtoeslag met partner | € 1.788 | € 1.896 | € 2.040 | € 2.112 | € 2.304 | € 2.388 |
Max. vermogen alleenstaande | € 103.423 | € 106.941 | € 107.752 | € 113.415 | € 114.776 | € 116.613 |
Max. vermogen met partner | € 124.753 | € 131.378 | € 132.725 | € 143.415 | € 145.136 | € 147.459 |
Tabel 3. Kernbegrippen zorgtoeslag en de daaruit voortvloeiende maximale zorgtoeslag vanaf 2015 (jaarbedragen).
2.7 Maatregelen wanbetalers
Personen die een premieschuld hebben voor de basisverzekering ter hoogte van zes maandpremies of meer vallen onder de wanbetalersregeling. Binnen dit regime is een bestuursrechtelijke premie verschuldigd die door werkgever, uitkeringsinstantie of pensioenfonds wordt ingehouden op salaris of uitkering (‘bronheffing’). Het CAK voert de wanbetalersregeling uit. Als bronheffing niet mogelijk is ontvangt men een acceptgiro van het CJIB voor de bestuursrechtelijke premie. [10]
De wanbetalerspremie bedraagt 120% van de gemiddelde premie en is in 2020 €141,50 per maand. Dit is €3,00 hoger dan in 2019. Let wel: voor dit bedrag krijgt iemand alleen de dekking van de basisverzekering. Een eventueel gesloten aanvullende verzekering is op dat moment geroyeerd. Op 1 december 2019 waren 209.148 wanbetalers aangemeld bij het CAK voor de bestuursrechtelijke premieheffing. Eind 2014 waren dit nog 325.810.[11] De dalende trend vanaf 2015 zet dus door.
Bijstandsgerechtigden zijn bovengemiddeld vaak wanbetaler. Gemeenten hebben daarom de mogelijkheid om bijstandsgerechtigde wanbetalers te laten uitstromen naar de Gemeentepolis. Deze regeling is ook wel bekend als WUB (of RUB).[12] Voornaamste voordelen van de regeling zijn het niet meer hoeven betalen van de wanbetalerspremie en het (weer) hebben van een aanvullende zorgverzekering (wat zorgmijding voorkomt). Na maximaal drie jaar maandelijks een bedrag afgelost te hebben is men vervolgens schuldenvrij voor de zorgverzekering, doordat zowel de zorgverzekeraar als het CAK een eventuele restschuld kwijtschelden.
In 2019 zagen we dat de trend om de wanbetalersproblematiek aan te pakken zich voortzet. Inmiddels hebben ruim veertig gemeenten de WUB-regeling toegepast en zijn duizenden bijstandsgerechtigden uitgestroomd.
BS&F werkt samen met alle zorgverzekeraars en een tiental gemeenten aan een subsidieaanvraag bij het ministerie van VWS. Doel van deze subsidieaanvraag is een budget te realiseren van waaruit de proceskosten voor het organiseren van uitstroom bekostigd kunnen worden. Tenslotte beschikt
BS&F over kengetallen van het aantal wanbetalers per gemeente. Voor vragen over het subsidietraject of genoemde kengetallen kunt u contact opnemen met uw regiomanager.
2.8 Aantal onverzekerden stabiel
Personen die verplicht zijn om een basisverzekering te sluiten maar dit niet hebben gedaan zijn onverzekerd. Om dit te bestrijden is in 2011 wetgeving in werking getreden. Het CAK schrijft deze groep eerst aan, maar als zij zich na drie en zes maanden nog steeds niet hebben verzekerd krijgen zij telkens een boete van €410,49 (2020). Iemand die zich ook na deze boetes nog niet heeft verzekerd wordt door het CAK aangemeld bij een zorgverzekeraar, waarbij het eerste jaar bronheffing van toepassing is tegen een bedrag van €136,83 per maand (2020). Eind 2018 waren nog 24.205 personen onverzekerd. Dit aantal is al enige jaren relatief stabiel. Ongeveer 16% van de onverzekerden die door deze regeling alsnog zijn verzekerd komt daarna in de wanbetalersregeling.
2.9 Resultaten verzekeraars basisverzekering
Uit onderzoek van Vektis blijkt dat het totale resultaat op de uitvoering van de basisverzekering door zorgverzekeraars in 2018 €364 miljoen was (2017: €799 miljoen negatief). Op beleggingen is ten aanzien van de basisverzekering in 2018 een resultaat van €102 miljoen negatief behaald (2017: €181 miljoen).
3. Marktontwikkelingen aanvullende verzekeringen 2020
3.1 Algemeen
In 2019 is 83,7% van de Nederlanders aanvullend verzekerd. Het blijft daarmee voor verzekerden een belangrijk instrument om de eigen zorguitgaven planbaar en beheersbaar te maken. Voor mensen met een laag inkomen en voor mensen met een hoge zorgvraag blijft de aanvullende verzekering onverminderd relevant. Ook in 2020 kan gekozen worden uit een groot aanbod van aanvullende verzekeringen. Hierdoor is enerzijds veel keuzevrijheid aanwezig, maar anderzijds blijkt het voor veel mensen lastig om de juiste keuze te maken. Dit geldt in het bijzonder voor mensen met een laag inkomen. Zie voor meer achtergrond daarbij het rapport ‘Weten is nog geen doen’, waarin de WRR oproept om terughoudend te zijn met het bieden van te veel keuzes aan deze groep op het gebied van essentiële voorzieningen, waaronder de zorgverzekering.
3.2 Premie
In het algemeen kan over de aanvullende verzekeringen worden gezegd dat de premies voor 2020 stijgen ten opzichte van 2019. In een aantal gevallen gebeurt dit in combinatie met een beperking van het verzekerde pakket. Daarnaast kiezen diverse verzekeraars ervoor om voor jongeren en ouderen verschillende premies te hanteren. Dit wordt ook wel premiedifferentiatie genoemd. Bij de basisverzekering is dit wettelijk niet toegestaan, bij de aanvullende verzekeringen wel.
3.3 Dekking
In de dekking van de aanvullende verzekeringen zijn over het algemeen geen grote wijzigingen doorgevoerd. Wat opvalt dit jaar is dat steeds meer verzekeraars wachttijden hanteren bij orthodontie. Verder wordt het bij OHRA mogelijk om behandelingen fysiotherapie mee te nemen naar het volgende jaar. Tot slot biedt ASR het programma Vitality aan om meer mensen aan het bewegen te krijgen.
3.4 Resultaten verzekeraars
Uit onderzoek van Vektis blijkt dat het totale resultaat op de uitvoering van de aanvullende verzekeringen door zorgverzekeraars in 2018 €182 miljoen was (2017: €141 miljoen). Op beleggingen is ten aanzien van de aanvullende verzekeringen een negatief resultaat van €129 miljoen behaald (2017: €6 miljoen negatief), waardoor het resultaat over de aanvullende verzekeringen per saldo uitkomt op €54 miljoen (2017: €135 miljoen).
Bijlage 1. Overzicht nominale premies basisverzekering 2019 en 2020
Maatschappij | Soort polis | 2019 | 2020 |
AnderZorg | restitutie | € 108,00 | € 110,00 |
Avéro Achmea | natura | € 126,95 | n.v.t. |
AZVZ | natura | € 124,15 | n.v.t. |
Besured | natura | € 107,25 | € 115,25 |
Bewuzt | combinatie | € 105,95 | € 107,95 |
CZ (Zorg-op-maat) | natura | € 124,80 | € 120,95 |
CZ (Zorgbewust) | natura | € 120,45 | € 114,95 |
De Amersfoortse | restitutie | € 133,30 | € 142,95 |
De Friesland Zelf Bewust | natura | € 106,75 | € 110,50 |
De Friesland Alles Verzorgd | natura | € 125,45 | € 125,45 |
Nationale Nederlanden (Delta Lloyd) | restitutie | € 128,60 | € 122,76 |
Ditzo | restitutie | € 109,95 | € 107,90 |
DSW Zorgverzekeraar | restitutie | € 112,00 | € 118,00 |
FBTO | natura | € 109,95 | € 116,95 |
Hema | natura | € 111,00 | € 113,00 |
Interpolis | combinatie | € 112,00 | € 116,50 |
inTwente | combinatie | € 112,00 | € 118,00 |
IZA | natura | € 119,70 | € 119,95 |
Just (voorheen CZdirect) | natura | € 113,20 | € 107,95 |
Menzis | natura | € 122,00 | € 123,00 |
Menzis Basis Voordelig | natura | € 109,00 | € 111,00 |
National Academic | natura | € 118,95 | € 121,30 |
OHRA | restitutie | € 126,41 | € 121,35 |
ONVZ (+ labels) | restitutie | € 134,00 | € 133,00 |
OZF Achmea | combinatie | € 126,95 | n.v.t. |
PMA | natura | € 110,71 | € 111,00 |
PNOzorg | restitutie | € 129,98 | € 133,00 |
Pro Life | natura | € 126,95 | € 125,45 |
Promovendum | natura | € 107,50 | € 115,50 |
Salland zorgverzekeringen | restitutie | € 106,90 | € 113,90 |
Stad Holland | restitutie | € 119,25 | € 128,50 |
Studenten Goed Verzekerd | natura | € 114,26 | € 119,18 |
Univé | natura | € 120,95 | € 119,95 |
Univé Select | natura | € 105,85 | € 107,95 |
ZEKUR | combinatie | € 98,50 | € 101,95 |
VGZ | natura | € 120,95 | € 119,95 |
VVAA | restitutie | € 122,61 | € 133,00 |
ZieZo (Zilveren Kruis) Selectief | natura | € 101,95 | € 105,25 |
Zilveren Kruis | combinatie | € 126,95 | € 125,45 |
Zilveren Kruis (Budget) | combinatie | € 114,95 | € 115,95 |
Zorg en Zekerheid | natura | € 124,15 | € 120,20 |
Zorgdirect | natura | € 124,90 | € 128,50 |
Zorgverzekeraar UMC | restitutie | € 116,43 | € 120,16 |
Gemiddeld | € 117,27 | € 118,59 |
Tabel 4. Nominale premies basisverzekering per verzekeraar (maandpremies, geen vrijwillig eigen risico, geen (collectiviteits)korting, naturapolis waar mogelijk, anders meest gelijkend).
Bijlage 2. Overzicht wijzigingen verzekerde pakket basisverzekering 2007-2019
Jaar | Uitbreiding | Beperking | |
2007 | – uitbreiding aantal zittingen psychotherapie | (geen beperkingen basispakket) | |
2008 | – jeugdtandzorg t/m 21 jaar | (geen beperkingen basispakket) | |
2009 | – dyslexiezorg aan kinderen t/m 12 jaar | – slaapmiddelen – cholesterolverlagers – hulpmiddelen |
|
2010 | (geen uitbreidingen basispakket) | – acetylcysteïne | |
2011 | – bekkenfysiotherapie in verband met urine-incontinentie – stoppen met roken |
– antidepressiva – jeugd tandzorg boven 18 jaar – extracties – anticonceptie – fysiotherapie 9 naar 12 behandelingen voor eigen rekening |
|
2012 | (geen uitbreidingen basispakket) | – fysiotherapie 12 naar 20 behandelingen voor eigen rekening – fysiotherapie, beperking chronische lijst – maagzuurremmers, met uitzondering van chronisch gebruik – stoppen met roken – dieetadvisering – eerstelijns psychologische zorg, van 8 naar 5 behandelingen – aanpassingsstoornissen |
|
2013 | – brillenglazen voor kinderen met medische indicatie – vervallen minimum leeftijdsgrens van 6 jaar bij fluorideapplicatie blijvende gebitselementen – geriatrische revalidatie (overheveling uit AWBZ) – bruikleen hulpmiddelen (overheveling uit AWBZ) |
– eenvoudige mobiliteitshulpmiddelen – redressiehelm – beperking aantal terug te plaatsen embryo’s bij ivf – vruchtbaarheidsbehandelingen voor vrouwen van 43 jaar of ouder – paracetamol/codeïne |
|
2014 | (geen uitbreidingen basispakket) | (geen beperkingen basispakket) | |
2015 | – niet-invasieve prenatale test (NIPT) – zintuiglijk gehandicaptenzorg (overheveling uit AWBZ) – verpleging en verzorging zonder verblijf (overheveling uit AWBZ) – tweede en derde jaar intramurale geneeskundige geestelijke gezondheidszorg (overheveling uit AWBZ) |
– jeugd-ggz, inclusief dyslexiezorg voor kinderen naar Jeugdwet – combinatietest voor zwangere vrouwen vanaf 36 jaar |
|
2016 | (geen uitbreidingen basispakket) | (geen beperkingen basispakket) | |
2017 | – fysiotherapie bij claudicatio intermittens (etalagebenen) – plastische chirurgie bij het uitvoeren van een bovenooglidcorrectie – borstvergroting bij agenesie of aplasie van de borst – circumcisie om medische redenen – (uitgestelde) fronttandvervanging bij verzekerden tot hun drieëntwintigste levensjaar – bijzondere tandheelkunde, implantaatgedragen gebitsprothesen voor verzekerden die voor eigen rekening implantaten heeft laten plaatsen |
(geen beperkingen basispakket) | |
2018 | – fysiotherapie bij artrose aan heup- en kniegewrichten – verleggen van de afbakening tussen het basispakket en de Jeugdwet als het gaat om verzorging bij verzekerden jonger dan achttien jaar – wijzigen van de prestatie zittend ziekenvervoer bij oncologische behandelingen waar het gaat om immuuntherapie met geneesmiddelen |
(geen beperkingen basispakket) | |
2019 | – fysiotherapie bij Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) – uitbreiding aanspraak ziekenvervoer naar consulten, (na)controles en (bloed)onderzoek die nodig zijn voor de oncologische behandelingen, nierdialyses en vergelijkbare situaties die onder de hardheidsclausule vallen. |
– vitaminen, mineralen en paracetamol waarvoor een gelijkwaardig of nagenoeg gelijkwaardig alternatief bestaat in de vrije verkoop |
Tabel 5. Wijzigingen in het pakket van de basisverzekering sinds de introductie van de Zorgverzekeringswet in 2006 tot en met 2019. Het basispakket voor 2006 was gelijk aan het pakket van het Ziekenfonds eind 2005. Bron: Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 300 XVI, nr. 10.
[1] CZ geeft bij minder dan 1.000 deelnemers een 1% lagere korting op de aanvullende verzekering.[2] Menzis geeft 1% administratievergoeding voor ingehouden premies, daarnaast stelt Menzis per gemeente een projectbudget beschikbaar voor (zorg)projecten.[3] Zilveren Kruis geeft alleen korting wanneer de gemeente de premies inhoudt en doorbetaalt.[4] Zorg en Zekerheid geeft buiten kernwerkgebied een lagere korting.[5] Exclusief korting en vrijwillig eigen risico.[6] Dit gemiddelde is berekend door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Het gaat om de gemiddelde nominale premie op basis van de werkelijke nominale premies 2020 inclusief collectieve contracten gewogen op basis van verzekerdenaantallen 2019.[7] Exclusief korting en vrijwillig eigen risico.[8] Maar vaak wel voor bepaalde behandelingen die de huisarts voorschrijft of naar doorverwijst.[9] Nederlandse Zorgautoriteit, Monitor Zorgverzekeringen 2019, september 2019.[10] Bij ontvangers van zorgtoeslag die een acceptgiro van het CJIB ontvangen voor de bestuursrechtelijke premie wordt deze verrekend met de zorgtoeslag: deze wordt in die gevallen dus rechtstreeks aan het CJIB overgemaakt.[11] Het overgrote deel van deze daling is te verklaren doordat zorgverzekeraars in toenemende mate de bestuursrechtelijke premieheffing opschorten door het treffen van individuele betalingsregelingen.[12] Klik hier voor de publicatie van de uitstroomregeling, inclusief toelichting.
Geef een reactie